Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet studiefinanciering 2000

 

Artikel 1.1 Begripsbepalingen
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
afsluitend examen:
a
voor wat betreft hoofdstuk 4 het examen, bedoeld in artikel 7.4.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, alsmede het daarmee overeenkomende examen van een opleiding buiten Nederland als bedoeld in artikel 2.13a,
b
voor wat betreft de hoofdstukken 5 en 10 het examen, bedoeld in artikel 7.10a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, alsmede het daarmee overeenkomende examen van een opleiding buiten Nederland als bedoeld in artikel 2.14,
bacheloropleiding: opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, die is geaccrediteerd als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel s, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, of die de toets nieuwe opleiding, bedoeld in artikel 1.1, onderdeel t, van die wet, met positief gevolg heeft ondergaan,
belastbaar loon: belastbaar loon als bedoeld in artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964,
belastbaar minimumloon: bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vast te stellen bedrag, afgeleid van het totaal van het minimumloon en de minimumvakantiebijslag voor een 23-jarige op grond van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag,
beroepsonderwijs: opleiding als bedoeld in artikel 7.2.7, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs en als bedoeld in artikel 2.13a,
collegegeldkrediet: lening voor betaling van het collegegeld in het hoger onderwijs,
debiteur: degene die zich krachtens artikel 6.2 heeft verplicht tot terugbetaling,
deelnemer: degene die beroepsonderwijs volgt,
hoger beroepsonderwijs: hoger beroepsonderwijs in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek,
hoger onderwijs: wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs als bedoeld in paragraaf 2.3 en in artikel 2.14,
IB-Groep: Informatie Beheer Groep, genoemd in de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank,
lening: rentedragende lening die niet kan worden omgezet in een gift, onverminderd omzetting, bedoeld in artikel 10.8,
masteropleiding: opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel b, of tweede lid, onderdeel b, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, die is geaccrediteerd als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel s, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, of die de toets nieuwe opleiding, bedoeld in artikel 1.1, onderdeel t, van die wet, met positief gevolg heeft ondergaan,
onderwijsnummer: door de IB-Groep uitgegeven persoonsgebonden nummer, toegekend aan een persoon aan wie niet van overheidswege een sociaal-fiscaalnummer is verstrekt,
Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
opleiding niveau 1 of 2:
a
assistentopleiding en basisberoepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs,
c
opleiding buiten Nederland als bedoeld in artikel 2.13a en waarvan de IB-Groep heeft vastgesteld dat deze wordt aangemerkt als een opleiding niveau 1 of 2,
opleiding niveau 3 of 4:
a
vakopleiding, middenkaderopleiding en specialistenopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen c, d en e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs,
b
andere opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel f, van die wet, waarvan bij ministeriƫle regeling is aangegeven dat deze voor de toepassing van deze wet wordt aangemerkt als een opleiding niveau 3 of 4, en
c
opleiding buiten Nederland als bedoeld in artikel 2.13a en waarvan de IB-Groep heeft vastgesteld dat deze wordt aangemerkt als een opleiding niveau 3 of 4,
ouder: natuurlijke ouder of adoptiefouder in de zin van de artikelen 197 tot en met 232 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek,
partner: partner als bedoeld in artikel 3 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen,
peiljaar: tweede jaar voorafgaand aan het jaar waarin het studiefinancieringstijdvak aanvangt, dan wel het jaar waarvoor de draagkracht in de zin van hoofdstuk 6 wordt vastgesteld,
prestatiebeurs: rentedragende lening die onder voorwaarden kan worden omgezet in een gift, waarbij de rente teniet gaat, niet zijnde de rentedragende lening die niet kan worden omgezet in een gift,
reisvoorziening: voorziening als bedoeld in artikel 3.7 en paragraaf 3.7,
sociaal-fiscaal nummer: nummer als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel j, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen,
specialistenopleiding: specialistenopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs,
student: degene die hoger onderwijs volgt, niet zijnde een extraneus,
studerende: deelnemer of student,
studiefinanciering: door de IB-Groep verstrekte toekenning in verband met het volgen van een opleiding in het beroepsonderwijs of in het hoger onderwijs waarop uitsluitend op grond van deze wet aanspraak bestaat,
studiefinancieringstijdvak: kalenderjaar of een gedeelte daarvan waarop de toekenning van studiefinanciering betrekking heeft, met dien verstande dat deze periode ten minste 1 kalendermaand is,
studiejaar:
1
in het hoger onderwijs: tijdvak dat aanvangt op 1 september van enig kalenderjaar en eindigt op 31 augustus daaropvolgend,
2
in het beroepsonderwijs: tijdvak dat aanvangt op 1 augustus van enig kalenderjaar en eindigt op 31 juli daaropvolgend,
studiepunt: eenheid waarin de studielast, bedoeld in artikel 7.4, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, wordt uitgedrukt,
thuiswonende studerende: studerende die woont op het adres van zijn ouders of van een van hen,
toetsingsinkomen: inkomen als bedoeld in artikel 8, eerste tot en met derde lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, met dien verstande dat, behoudens bij de toepassing van de artikelen 3.4 en 3.17, voor berekeningsjaar wordt gelezen: peiljaar,
uitwonende studerende: studerende die niet een thuiswonende studerende is,
veronderstelde ouderlijke bijdrage: bedrag dat verondersteld wordt door de ouders bijgedragen te worden waarmee de aanvullende beurs van de studerende wordt verminderd,
verzamelinkomen: verzamelinkomen als bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001,
voltijdse opleiding: opleiding in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, met uitzondering van deeltijds onderwijs,
vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet 2000,
WEB: Wet educatie en beroepsonderwijs,
wetenschappelijk onderwijs: wetenschappelijk onderwijs in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek,
WHW: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
2
Onder voltijdse opleiding wordt mede verstaan een duale opleiding in de zin van de WHW.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •